Eric Botthegin (29) is bezig aan een ijzersterk seizoen. Samen met Jan-Arie van der Heijden vormt de Braziliaan een granieten duo in het hart van de verdediging. Critici komen soms woorden tekort om zijn spel te loven. “Ik geniet, hiervoor ben ik naar Nederland gekomen.”
Tekst: Gerrit-Jan van Heemst
Foto’s: Edwin Verheul
Gelijk maar de hamvraag: hoe komt het dat jij zo goed speelt dit jaar?
“Vorig seizoen ben ik laat bij Feyenoord gekomen. De voorbereiding was al een tijd onderweg toen ik van FC Groningen werd gekocht. Ik had daardoor geen optimale start en had even nodig om te wennen aan de club, mijn nieuwe medespelers, en ook aan de coach: het is dan altijd even zoeken. Tegen PSV heb ik toen mijn debuut gemaakt en vanaf dat moment is het steeds beter gegaan. Ik ben nu op een niveau dat ik steeds voor ogen had.”
Verbaast het je dat je zo’n sterk seizoen doormaakt?
“Niet echt. Je weet van tevoren nooit hoe het uitpakt, je spel kan elke week anders zijn. Maar ik weet wel dat ik leef als een prof en inmiddels veel geleerd heb in Nederland. Ik speel hier alweer vanaf 2007 en weet inmiddels wat er gevraagd wordt in de Eredivisie.”
Tijdens de wedstrijden van Feyenoord valt vooral jouw enorme duelkracht op. Je bent een grote en sterke kerel die keihard de duels ingaat. Zie jij dat zelf ook als je sterkste wapen?
“Zeker. Ik vind het heerlijk om het gevecht met spitsen aan te gaan. Ik ga de duels altijd aan met zoveel mogelijk overtuigingskracht; ik wil niet dat de spits het gevoel krijgt dat hij iets kan gaan doen. Mijn postuur heb ik wat dat betreft natuurlijk lekker mee. Je drukt mij niet zomaar van de bal af. Maar ik denk wel dat ik een faire verdediger ben die niet over de grens gaat. Ik heb in elk geval altijd de intentie om de bal te raken.”
Oud-Feyenoordspelers als John de Wolf zeggen dat de rol van spelers als jij weleens wordt onderschat. Elke eredivisievoetballer heeft een goede pass, maar een man uitschakelen kan lang niet iedereen.
“Kan ik me uiteraard in vinden. Er lopen veel goede voetballers op de Nederlandse velden rond. Toen ik in 2007 bij FC Zwolle kwam, heb ik echt moeten leren om met de bal het middenveld in te dribbelen. Om mee te voetballen, opbouwend waarde te hebben. Ik vond het leuk om te doen, want voetbal is een spel waarbij er iets gecreëerd moet worden. Maar ik ben mezelf altijd blijven voorhouden dat het voor mij in eerste instantie draait om verdedigen.”
Je hebt de ideale balans gevonden?
“Dat denk ik wel, ja. Opbouwen is mooi, maar de spits killen is mijn taak. Ik laat me niet verleiden om steeds maar mee ten aanval te trekken. Het is al lang geleden dat ik in Brazilië speelde, maar ik heb wel onthouden hoe ze daar tegen verdedigen aankijken. Als de aanvaller niet scoort, heb je het als verdediger goed gedaan. Alles wat je extra kunt doen, is alleen maar meegenomen.”
De wisselwerking met Jan-Arie van der Heijden verloopt uitstekend. Is het een groot voordeel om met zowel een rechtsbenige speler als een linksbenige in het centrum te staan?
“Vind ik wel meevallen. Zoals gezegd is onze eerste taak het houden van de nul. In dat opzicht is coaching en concentratie in mijn ogen belangrijker. Ik heb een goede klik met Jan-Arie, we hebben weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen in het veld. Dat komt zeker omdat we beiden inmiddels al de nodige ervaring hebben, maar ook met de andere verdedigers loopt het prima. Rick Karsdorp en Terence Kongolo zijn nog jong maar verdedigen heel volwassen. Ik denk dat we een defensie hebben die heel geconcentreerd kan spelen.”
Zijn er spitsen die gek van jou worden? Proberen sommigen jou uit de wedstrijd te praten?
“Nee, dat maak ik niet mee. Dat is alweer erg lang geleden. Met Zwolle speelde ik eens tegen Cambuur en Mark de Vries blééf toen maar praten. Ik moest er wel om lachen en haalde m’n schouders op.”
Hoe komt het dat het uit bij Go Ahead Eagles opeens helemaal fout loopt? Zo ontzettend jammer, Feyenoord had vijf punten los kunnen staan.
“Ik weet het niet, maar baalde enorm. Misschien had de doordeweekse trip naar Oekraïne er iets mee te maken. We speelden een zware wedstrijd bij Luhansk waarin we toch vrij diep moesten gaan. Maar dan nog, het is geen excuus voor zo’n zwakke wedstrijd. Vooraf zeiden we ook tegen elkaar dat we niet mochten verslappen. Een scherpe warming-up doen, gelijk er bovenop. Het is erg jammer dat er die dag zo weinig lukte. Maar we moeten er niet te lang bij stilstaan; dat werkt natuurlijk ook niet.”
Over die wedstrijd tegen Luhansk gesproken: je maakte een vreemde beweging toen je die rode kaart kreeg.
(Wijst op zijn oog) “Ik heb hier een week een blauwe plek gehad. Die bal kwam keihard op mijn oog en raakte pas daarna misschien mijn hand. Het was geen strafschop, echt niet. Maar de scheids zag het anders en wij waren er de dupe van. Uiteindelijk mochten we met 1-1 nog best tevreden zijn, denk ik. Het was voor die andere jongens niet makkelijk om zo lang met tien man te spelen.”
Voelde jij je schuldig tegenover je teamgenoten?
“Schuldig is niet het goede woord. Ik kon er echt helemaal niets aan doen. Ik voelde me vooral lullig, omdat ik door dat moment een strafschop veroorzaakte en ook nog met rood weggestuurd werd. Oké, ik had al een gele kaart gehad. Maar ik vond die rare situatie ook geen tweede gele kaart waard. Ik zal nu de uitwedstrijd tegen Manchester moeten missen. Ben ik niet blij mee, om het zacht uit te drukken.”
Voor Manchester-uit ben je voetballer geworden?
“Ja, dat zijn de grote wedstrijden. Van de thuiswedstrijd heb ik ook zo ontzettend genoten. De sfeer, de spanning, het niveau van de tegenstander. Het was best vreemd om plotseling met Zlatan in duel te gaan. Ik moest een paar seconden aan het idee wennen.”
Wat vind jij nu belangrijker: de competitie of de Europa League?
“Ik kan niet kiezen, ik wil altijd alles winnen. Ik ben er niet mee bezig wat ik nu precies wil winnen. Wel moet ik zeggen dat ik erg geniet van de Europa League. Europacupvoetbal is iets speciaals, dat merk ik elke wedstrijd weer. Tegen Luhansk bijvoorbeeld, speelden we in een ander stadion en dat zat nog niet eens vol ook. Maar de sfeer was toch heel apart en juist daarom vind ik het zo jammer dat ik Manchester-uit moet missen.”
Europacupavondjes zijn ook een mooie gelegenheid om belangstelling van buitenlandse clubs te wekken.
“Je staat flink in de belangstelling in Europese wedstrijden. Ik heb het heel goed naar mijn zin bij Feyenoord, maar iedereen vindt het leuk als er naar hem gekeken wordt. Sowieso geniet ik er dit seizoen ontzettend van dat ik zo lekker speel. Ik ben geen type dat gaat zweven maar goed je werk kunnen doen is erg fijn.”
Word je vaak aangesproken door andere mensen?
“Ha, soms hoor ik inderdaad weleens wat. Dan komen supporters naar me toe om te zeggen dat ze tevreden zijn. En elke wedstrijd weer scandeert het hele stadion mijn naam. Ik vind dat zo mooi, dat went gewoon nooit. Ik heb alles gegeven om voetballer te worden. Ik heb mijn vaderland verlaten om bij PEC Zwolle een loopbaan in Europa te beginnen. En dan, jaren later, roepen ruim vijfenveertigduizend mensen je naam. Ik ben daar zo ongelooflijk trots op.”
Johan Cruijff zei altijd dat een voetballer het best maar vroeg vader kan zijn om stabiel te spelen. Jij bent vorig jaar vader geworden. Heeft dat je persoonlijkheid veranderd?
“Ik was nooit iemand die snel rare dingen deed. Maar ik snap zeker wat Cruijff met die uitspraak bedoelde. Ik merk aan mezelf dat ik wat doordachter ben geworden. Heb gevoel van verantwoordelijkheid en denk vaak twee keer na voordat ik iets doe.”
Je bent een echte prof. Daarom mag Rick Karsdorp van jou ook nooit de stad in?
“Ha, dat heb ik inderdaad eens tegen hem gezegd. Hij zat me eens te voeren na een wedstrijd en zei dat hij flink losging in de stad. Onzin natuurlijk, maar ik dacht even dat hij het meende. ‘Thuisblijven jij’, zei ik toen tegen hem. Rick heeft dat toen tegen het AD gezegd en het is een eigen leven gaan leiden. Goede kerel, die Rick Karsdorp. Hij heeft een geweldige toekomst voor de boeg.”
Hij is nu international van Oranje. De nationale ploeg kan ook voor jou niet ver meer weg zijn…
“Dromen mag altijd en ik zou gek worden van vreugde. Maar zolang ik eredivsiespeler ben, is die kans klein. Nederland heeft een prachtige competitie, maar de bondscoach richt zich hier nagenoeg niet op. Neemt niet weg dat de titel hier mij enorm trots zou maken.”
Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.