Analisten, neutrale voetballiefhebbers, supporters van Feyenoord, allemaal zijn ze het erover eens: Karim El Ahmadi is van onschatbare waarde in het succesvolle team van Feyenoord. Samen met Tonny Vilhena staat hij dit seizoen symbool voor de onverzettelijkheid op het middenveld, voor de strijd en het willen winnen, ten koste van alles. Met nog twee wedstrijden te gaan en vier punten voor op nummer twee, lijkt het kampioenschap de sympathieke Marokkaanse Tukker niet meer te kunnen ontgaan. Een monoloog over hoe het allemaal zover heeft kunnen komen.
Tekst: Fedor Vogel, Foto’s: Edwin Verheul
Over de laatste twee wedstrijden
“Nog één wedstrijd winnen en we zijn er. Dat is een heel apart gevoel, maar we hebben nu nog niks. Natuurlijk zal er een extreme vreugde losbarsten als we straks met die schaal staan, maar we zijn er nog niet. Natuurlijk hebben we wel het vertrouwen dat we het gaan doen. Alle supporters die ik nu tegenkom, denken dat we er al zijn en ik probeer hun enthousiasme dan nog iets te temperen. Ik begrijp het allemaal wel, het is 18 jaar geleden dat we in zo’n situatie zaten. Je ziet hoe blij de supporters zijn, nu al.”
Over het team
“Hoe ik ons team zou willen omschrijven en typeren? Onze kracht is dat we van alles wat hebben. Zeker ook bepaalde spelers die erop hameren dat we steeds moeten focussen op de volgende wedstrijd. Dat we ons niet gek moeten laten maken. We hebben veel geleerd van vorig jaar toen we zeven wedstrijden op rij verloren. We zijn mentaal veel sterker dit seizoen. We hebben een sterke spits die doelpunten maakt en assists geeft, we hebben goede buitenspelers die veel assists geven, we hebben middenvelders die ook scoren, een sterke verdediging, een goede keeper. En de jongens die minder aan spelen toekomen, hebben ook hun niet te onderschatten aandeel. Er is nooit een slechte stemming.”
Over het aanvoerderschap
“Dirk is de absolute aanvoerder, of hij nou speelt of niet. Hij weet het team altijd te motiveren en scherp te houden. Ik ga als tweede aanvoerder daarin mee. Je merkt dat de jongens luisteren, al wordt er altijd goed gereageerd. Dit jaar zit er geen angst in de ploeg, ook niet bijvoorbeeld na de wedstrijd tegen PEC Zwolle. We strijden met die instelling voor het kampioenschap. Soms zijn we iets overmoedig, je voelt je soms zo machtig. Dan gaan we in de korte ruimte heel snel tikkie-takkie doen, met hakballetjes en zo, net het straatvoetbal van vroeger. Dat is nog wel een verbeterpunt, dat we ook soms wat zakelijker gaan spelen. Maar vaak hebben we het gevoel dat we zo sterk zijn, dat alles goedkomt.”
Over goals maken
“Nooit maakte ik meer dan twee doelpunten per seizoen, dit jaar al vijf doelpunten in de competitie en eentje in de beker. Het is niet zo dat ik meer op goal schiet dan anders. Ik denk dat alles gewoon klopt, de eenheid heeft ons sterk gemaakt. Dan scoor ik zelf ook wat meer. PSV en Ajax doen niet onder voor ons, misschien hebben ze op papier zelfs wel een sterkere selectie. Maar wij hebben als team veel ervaring en ook onze jonge spelers hebben veel opgestoken van vorig seizoen. Iedereen is gebleven en met Nicolai Jørgensen erbij maken we het verschil. Vorig jaar werden we 3e en wonnen we de beker. Nu staan we bovenaan.”
Over de trainer
“Ik weet niet of onze trainer beter is geworden, het is anders geworden. Cocu had het in zijn eerste jaar bij PSV ook moeilijk. Wij zijn met z’n allen wel ervaringen rijker. Van Bronckhorst blijft altijd rustig, hij is altijd dezelfde dingen blijven doen, ook als iets niet loopt. Ik denk zeker dat hij ook veel van Ronald Koeman heeft geleerd. Hij heeft een bepaalde uitstraling en je weet altijd waar je aan toe bent. Natuurlijk was er vorig jaar even de hulp van Dick Advocaat, maar er is hierover nooit iets naar buitengekomen vanuit de spelersgroep. We zijn altijd achter elkaar blijven staan. Onze trainer is gewoon duidelijk en eerlijk gezegd hadden de slechte wedstrijden niet eens met de trainer te maken.”
Over kampioen worden
“Natuurlijk stel ik me wel iets voor van het kampioenschap. Het is iets waar ik zeker over nadenk. Ik heb het nog nooit meegemaakt. Tot vorig jaar had ik nog nooit een hoofdprijs gewonnen. Vorig jaar wonnen we de beker, dat was al schitterend. Nu denk ik iedere week aan het kampioenschap. Ik ben nu alleen maar bezig met de wedstrijd tegen Excelsior. Als we daar winnen zijn we kampioen, de supporters zijn nu al zo blij. Mijn familie is heel trots. Ik woon nog steeds in Enschede en zelfs daar gunnen ze het mij, ons allemaal. Ik zie kampioen worden als beloning voor het harde werken al die jaren. Ik ben heel vaak tweede geworden, dat is best zuur. Vooral nu ik richting het einde van mijn carrière kom, voelt dit goed. Ik wil niet hoeven zeggen, als ik ooit stop met voetballen, ‘ik ben nooit kampioen geworden’. Ik wil enorm graag, na de beker nu ook het kampioenschap met Feyenoord. Nu is mijn loopbaan bijna compleet. De volgende stap is Champions League spelen. Dat heb ik ook nog nooit gedaan. Dat was ook nog wel een doelstelling, dat hoort er in een carrière eigenlijk ook wel bij. Je wilt als voetballer toch altijd het hoogste bereiken.”
Over de supporters
“De supporters van Feyenoord zijn geweldig. Toen we terugkwamen uit Arnhem van de wedstrijd tegen Vitesse stonden ze er allemaal, dat was echt om emotioneel van te worden. Toen we ooit tweede werden met Koeman, stonden ze er ook. Ze hebben 18 jaar moeten wachten, nu al barst alle emotie los. Ik sprak pas een supporter die al 18 jaar een seizoenkaart heeft, maar nog nooit een kampioenschap meemaakte. Je merkt dat iedereen hier bezig is met Feyenoord. De laatste titel van Feyenoord in 1999 heb ik nauwelijks beleefd. Ik was toen 13 en speelde in de jeugd bij FC Twente.”
Over zijn eigen ontwikkeling
“Mijn tweede periode bij Feyenoord, sinds 2014, is zeker anders dan mijn eerste periode van 2008 tot 2012. Ik was toen vooral een speler die het belangrijk vond hoe ikzelf speelde. Ik ben nu veel meer een speler die alleen maar bezig is met willen winnen. In mijn loopbaan zie je dat ik die ontwikkeling wel heb doorgemaakt. In mijn eerste periode bij Feyenoord moest ik hier ook best behoorlijk wennen. Het is hier best een harde wereld in Rotterdam. Naarmate ik hier langer was, ben ik als persoon ook veranderd en is mijn mentaliteit veranderd. Aanvankelijk had ik honger om te laten zien hoe goed ik kon voetballen en wat ik als straatvoetballer allemaal wel kon. Nu ben ik eigenlijk alleen maar bezig met winnen en de teamgedachte. Hier bij Feyenoord heb ik ook leren omgaan met de druk. Bij FC Twente kon ik daar wel mee omgaan, omdat de druk daar heel anders is. Hier wordt zoveel van je gevraagd, dat sterkt je mentaliteit. In mijn eerste periode bij Feyenoord kon ik er ook nog minder goed mee omgaan, na mijn jaar in Dubai ben ik bij Feyenoord als een ander mens teruggekomen. Ik ben als voetballer en als middenvelder veel completer geworden. Je ziet dat ik zelf meer goals ga maken.”
Over hardheid
“Het klopt dat ik soms op het randje speel. Voor de tweede goal tegen Vitesse was er ook zo’n moment. Misschien maakte ik wel een overtreding, maar ik mocht door. Op kunstgras gaat zoiets trouwens niet. Ik vind het goed dat de hardheid in het Nederlands voetbal terugkomt. Je ziet het niet alleen bij ons, maar ook PSV en Ajax durven weer de duels aan te gaan. Dat is goed en nodig voor het Nederlands voetbal. Je kunt niet altijd alles voetballend oplossen. Ik ben ervan overtuigd dat het Nederlands voetbal op die manier weer terug zal komen aan de top.”
Over complimenten
“Toen ik nog bij FC Twente speelde, was het Willem van Hanegem die toen al vaak zei dat ik een ideale speler voor Feyenoord zou zijn. Ik was daar best trots op. Hij heeft altijd op een lovende manier over mij gepraat. Bij hem is dat niet zomaar iets, als hij iets uitspreekt, dan meent hij het ook. De Kromme is altijd eerlijk. Daar hou ik van. Het is een kritische man, maar hij spreekt altijd de waarheid. Dat doet me wel wat. Dat heb ik ook met Fred Rutten, met wie ik ook altijd een goede band heb gehad. Hij vindt dat ik als voetballer nu ‘af’ ben, compleet. Dat is een mooi compliment.”
Over versterkingen
“Ik vermoed dat we dit team wel voor een groot deel bij elkaar kunnen houden. Ik hoop ook dat Dirk gaat bijtekenen. Zelfs als hij een keer niet speelt, betekent hij nog zoveel. Hij dwingt zoveel respect af. Hij heeft dit jaar nog geen training overgeslagen. Hij straalt zoveel energie uit. Misschien wil hij ook nog wel een keertje Champions League spelen. Hij is altijd de eerste die de boel wakker houdt. We willen het team intact houden, maar je houdt het natuurlijk nooit tegen als spelers eventueel weggekocht worden. We willen natuurlijk allemaal Champions League spelen. Bovendien: we zijn niet alleen een sterk team, we zijn ook vrienden. We hebben veel met elkaar meegemaakt. Ik vind dat vriendschap in principe niks moet uitmaken, maar je ziet dat spelers ook buiten het veld dingen met elkaar doen. Iedereen accepteert elkaar, ook in moeilijke tijden. Het is niet aan mij om te zeggen waar Feyenoord eventueel moet versterken om volgend jaar weer serieus mee te strijden om het kampioenschap en goed mee te doen in de Champions League. Laten we nu eerst maar eens kampioen worden, dan gaan we wel weer praten over volgend seizoen. Het is uiteraard aan Martin van Geel om daarover te beslissen. Ik denk dat het al heel goed is als we de selectie bij elkaar kunnen houden. Dan zien we wel welke versterkingen er komen.”
Over het typische van Feyenoord
“Als ik dit Feyenoord zou moeten typeren in één woord, dan zeg ik: eenheid. Voor mij waren de meest cruciale momenten afgelopen seizoen de twee wedstrijden tegen PSV. Als we die hadden verloren, dan was de concurrentie wel heel dichtbij gekomen. Mijn beste wedstrijd was Feyenoord-Ajax thuis. Ik won heel veel duels, speelde een goede wedstrijd en we hebben Ajax niet in hun spel laten komen. Ajax-uit was tegelijk mijn minste wedstrijd, helaas. Heerenveen-uit was ook een cruciale wedstrijd. In de kleedkamer hebben we elkaar even goed de waarheid verteld. In de eerste helft was het tactisch plan: inzakken en er overheen. Maar dat werkte niet. In de tweede helft zijn we er bovenop gekletst. Dat pakte goed uit. De laatste weken hebben we wel steeds meer het woord kampioenschap in de mond genomen. Je hebt het er dan met elkaar over, wat je verspeelt als je verliest. Misschien waren we ook wel de ploeg met de meeste energie. Je ziet, als we dat niet hebben, dat we dan heel kwetsbaar en minder sterk zijn. Het Engels voetbal zit ook vol met energie. Wedstrijden zonder energie zijn ook niet om aan te zien.”
Over de toekomst
“Met mijn volle verstand heb ik bijgetekend bij Feyenoord tot 2019. Wat mij betreft blijf ik dus ook, zeker nu we Champions League kunnen gaan spelen. Maar in de voetballerij weet je het maar nooit, wat voor aanbiedingen er kunnen komen. Ik ga er niet over speculeren. Ik heb het erg naar mijn zin bij Feyenoord.”
Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van FSV De Feijenoorder. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van FSV De Feijenoorder kan hier.