Het laatste fluitsignaal

0
2070

Tekst: Marinus de Bokx, Foto: Edwin Verheul-FSV De Feijenoorder

Enkele weken geleden vond ik in een kringloopwinkel in het Oude Noorden een ‘Verkade album’. De bekende koekjesbakker uit de Zaanstreek heeft dit soort plaatjesalbums, waarvan de meeste geschreven zijn door natuurbeschermer Jac. P. Thijsse, lange tijd gemaakt. Ze begonnen er al in 1903 mee. Vijf jaar voordat voetbalclub ‘Wilhelmina’, de voorloper van het huidige Feyenoord, werd opgericht.

Op de kaft stond een mooi aquarel met daarop een rijtje bomen naast een onverharde weg die langs een watergang loopt. In de verte is nog net een stad te zien. Met enige fantasie zie je er een verlaten ‘Kromme Zandweg’ in, met op de achtergrond het reeds stevig uit de kluiten gewassen Rotterdam.

Toen ik vervolgens het toch enigszins door de tand des tijds aangetaste album opensloeg, las ik onderaan de eerste pagina dat het in 1937 was gepubliceerd. 1937, het jaar waarin op 27 maart de eerste wedstrijd in Stadion Feijenoord werd gespeeld.

De titel van het album? ’Waar wij wonen’. Opnieuw moest ik denken aan het stadion. Want dat is inderdaad dat, wat Thijsse op de eerste pagina van dit album schrijft, “kleine stipje op de wereldkaart”. Dat is het “dierbaar plekje grond” waar wij als Feyenoordsupporters met z’n allen 90 minuten schreeuwen, lachen, huilen en vloeken. Dat “dierbaar plekje grond”, waar onze club woont, waar wij wonen en waar het rood en wit trots wordt gedragen.

Dat stukje grond, dat stukje gras van 105 bij 69 meter met daar omheen dat vakkundig gebogen ijzer is de laatste weken inzet geworden van een verbeten strijd. De club wil het namelijk verlaten om verderop een ander stukje grond tot “dierbaar plekje” te maken. Gezien de reacties in het stadion, de kranten en op social media zien velen van ons dat helemaal niet zitten. Maar, eerlijk is eerlijk, er zijn er onder ons ook die niet kunnen wachten totdat de heipalen de grond in gaan en er aan nieuwe glorie gebouwd kan gaan worden.

Hoe dit ook moge aflopen, laat het, als we dan toch weggaan uit ‘De Kuip’, laat het dan blijven zoals het nu is. Laat het gras eeuwig 1,908 centimeter blijven. Laat de rood-witte netten hangen. Laat de vale plastic stoeltjes zitten. Laat die stinkende pisbakken intact. Laat daar waar ooit hartstochtelijk werd gezongen en hartgrondig werd gevloekt, laat daar, waar ooit alleen maar voetbal werd geleefd, laat daar, als het onvermijdelijke laatste fluitsignaal heeft geklonken, een respectvolle stilte neerdalen. Dat alles zodat men over 81 jaar nog eens op een vak kan gaan zitten en tegen elkaar kan zeggen: “Ja, hier, hier is waar ze woonden, dit was ooit hun plek”.


 

-Advertentie- Word lid van FSV De Feijenoorder