Terwijl ik uitkijk op een ons niet onbekende fontein in een ons niet onbekende Europese hoofdstad moet ik terugdenken aan het afgelopen seizoen. In oktober schreef ik dat we in Rotterdam zo lekker kunnen zeiken als het even niet meezit. Toen had ik het nog een beetje, die kampioenskoorts. Geen 40 graden maar nog een flinke verhoging. “Het komt allemaal nog wel goed”; dacht ik. “We winnen opnieuw die schaal, want die andere twee, die glijden ook nog wel een paar keer uit.”
Helaas, de grote ommekeer bleef uit. Even flakkerde de hoop nog op toen er tegen Napoli werd gewonnen. Natuurlijk, exit Europa. Maar toch, eer gered, koppies omhoog, motivatie tanken en dan vol d’r op. De donkere dagen voor kerst werden nog van wat lichtpuntjes voorzien door competitie- en bekerwinst. Kleine cadeautjes onder de boom, maar echt warm kreeg ik het er niet meer van.
Verliezen van 020, gelijk tegen Utrecht. Midden januari was ik er wel zo’n beetje klaar mee. Mopperend en chagrijnig voor de TV. De komst van Van Persie kon me ook al niet bekoren. Ik had grote twijfels of hij überhaupt nog iets kon brengen. “Man, ze zetten straks een halve dooie in de spits, zijn ze gek geworden?” appte ik naar een mede-supporter. Hij stelde me gerust: “Kom op joh. Komt allemaal goed”.
Er bleef na een reeks teleurstellende wedstrijden toch ook nog wel iets om naar uit te kijken, de beker. De drie, nee, twee – nul winst op de aanstaande landskampioen deed mijn temperatuur weer wat stijgen. Zou het nog wat worden met dit seizoen? Die bizar koude halve finale tegen onze Tilburgse vrienden deed de rest. Hoppa, gevalletje bekerkoorts. Voelt toch even anders dan kampioenskoorts, maar ik had het te pakken, echt wel. De teleurstelling over het uitgeloot zijn voor een kaartje deed er niets aan af.
“AZ? Die hebben ze al twee keer afgedroogd, lukt het ze een derde keer?”. “Ja hoor”; zei een van mijn Feyenoord minnende collega’s, “AZ doet het al het hele seizoen slecht tegen de grote drie.” Door een speling van het lot kon ik in de tweede lotingsronde alsnog kaartjes bemachtigen. Mijn stekkie bezet door AZ-supporters, dus noodgedwongen op de lange zijde, op W.
Ik zat zo dicht bij de beker dat ik ‘m bijna aan kon raken. Goede sfeer, lekker zonnetje. Wat kan er dan nog misgaan? 28e minuut, El Ahmadi – Berghuis – Jørgensen. W2 ontplofte. 56e minuut en een paar seconden, Diks – Van Persie – Berghuis – Van Persie! Van Persie! Van Persie! Met rechts! Weet je, ik neem mijn woorden terug Robin. Nu je nog een jaar blijft weet ik het zeker, je maakt jezelf onsterfelijk, je maakt ons kampioen.
Tekst: Marinus de Bokx, Foto’s: FSV De Feijenoorder