De vroegere spelerstunnel, waar tal van clubiconen hebben gelopen op weg naar de heilige grasmat van De Kuip, heeft de voorbije maanden een facelift ondergaan. Feyenoord en FSV De Feijenoorder hechten waarde aan de rijke geschiedenis van club en stadion. Als supportersvereniging zijn we trots dat de ‘vernieuwde’ oude spelerstunnel nu in volle glorie getuigt van onze club- en supporterscultuur.
In de tunnel zijn 20 zwart-witte foto’s gemonteerd waarop tal van clubiconen en culthelden te bewonderen zijn. Onder andere Coen Moulijn, Willem van Hanegem, Ulrich van Gobbel, Dirk Kuijt en Wim Jansen zijn te bewonderen op de fotowand. De foto’s komen uit het Piet Bouts archief en zijn speciaal uitgelicht. Bovenaan de trap draait vanaf nu een filmpje waarop oude beelden uit de spelerstunnel te zien zijn. Menig Feijenoorder heeft door de oude spelerstunnel gelopen.
Vanavond heeft FSV De Feijenoorder samen met het Feyenoord Museum de vroegere spelerstunnel in zijn nieuwe gedaante geopend. Uit handen van Remco Ravenhorst (voorzitter FSV De Feijenoorder) ontving Bep Geeratz-Bouts (dochter van fotograaf Piet Bouts) een foto van de ‘vernieuwde’ oude spelerstunnel. Hierna namen genodigden en leden van FSV De Feijenoorder een kijkje in het Feyenoord Museum en de ‘vernieuwde’ oude spelerstunnel.
Arie van Krimpen heeft tijdens de lintjesregen een koninklijke onderscheiding ontvangen van de Burgemeester van de Krimpenerwaard.
Arie heeft zich als Feyenoordsupporter op vrijwillige basis jarenlang actief ingezet voor de Feyenoord Supportersvereniging De Feijenoorder. Arie heeft meerdere functies ingevuld. Van 1991 t/m 1996 is hij penningmeester geweest bij de vereniging. Arie heeft ook enige tijd de functie van bestuurslid vervuld en vanaf 2003 is Arie zes jaar redactielid geweest van ons verenigingsmagazine ‘Hand in Hand’.
Vanaf 2010 tot heden is Arie medeorganisator van de populaire Professor Feyenoord Quiz.
Naast zijn liefde voor Feyenoord is Arie ook al jarenlang vrijwilliger bij amateurclub vv Dilettant.
FSV De Feijenoorder feliciteert Arie van harte met zijn koninklijke onderscheiding! Een mooie waardering voor al zijn trouwe vrijwilligerswerk.
Nieuwsgierig stap ik onder de iconische letters stadion feyenoord door. Vandaag gaat het
dan eindelijk gebeuren: ik ga het Feyenoord Museum bezoeken. Heel hartelijk
word ik ontvangen door een gastheer van het museum, die mij een boekje meegeeft
en mij veel plezier wenst. Als een kind in de ballenbak bij McDonald’s voel ik
me, tussen al die gewonnen prijzen, bijzondere voorwerpen en een muur met
daarop de tijdlijn met belangrijke feiten uit de clubgeschiedenis.
Feyenoord Museum
Het shirt van Celtic, in mei 1970 gedragen tijdens de Europacup 1 finale en na afloop in handen gekomen van Wim Jansen. De schoenen van Ernst Happel, het kostenoverzicht van Richard Dombi en het jeugdshirt van Giovanni van Bronckhorst. Dit en nog veel meer is er te zien in het Feyenoord Museum, dat sinds januari 2017 aan de Olympiazijde van het stadion is gevestigd. Dit zijn de vijf voorwerpen die op mij de meeste indruk hebben gemaakt.
1. De shirts van
Wilhelmina en Celeritas zijn niet origineel, maar laten treffend zien dat
de club in de eerste jaren kon groeien doordat er werd gefuseerd met andere
voetbalclubs. Door de shirts zien we dat Feyenoord niet altijd in de kleuren
rood en wit heeft gespeeld. In 1908 werd onder de naam Wilhelmina gevoetbald
met een bordeauxrood shirt met blauwe mouwen en een witte broek, om in 1909
onder de naam Celeritas in horizontaal geel-zwart gestreepte shirts te gaan
voetballen. Aanleiding voor die naamsverandering was een fusie met een andere
kleine club. Vanaf 1912 gaat de club verder onder de naam Rotterdamsche Voetbal Vereeniging Feijenoord en wordt het
rood-witte shirt met zwarte broek in gebruik genomen.
2. De Europacup 1 is de prijs die Feyenoord wereldwijd op de kaart zette. Daarna rustte deze als een zware last op de schouders van iedere voetballer bij Feyenoord. Iedere spits wordt sindsdien vergeleken met Ove Kindvall, de maker van het beslissende doelpunt in Milaan. Pas in 2002 kwam hier een einde aan, toen Feyenoord onder leiding van Pierre van Hooijdonk de UEFA Cup wist te winnen. Het Kindvall-syndroom is nu niet meer. De herinnering aan de gouden periode 1960-1974 is echter de kurk waarop de club nog altijd blijft drijven.
3. Het Feyenoord XXL
boek ligt weggestopt in een hoekje. Er lijkt dus geen reden om dit boek in
deze top vijf op te nemen. Maar een krap behuisd museum als het Feyenoord Museum moet nou eenmaal
keuzes maken uit de grote collectie en als je het vanuit de optiek bekijkt,
moeten we ons gelukkig prijzen dat het bijzondere boek getoond wordt. Anders
zou ik hier ook geen aandacht kunnen geven aan de tomeloze inzet van de supporters
die dit boek hebben bedacht en gemaakt. Zonder die supporters, die ziel en
zaligheid voor de club geven, zou dit unieke boek er nooit zijn gekomen. Dat is
iets om als club te koesteren.
4. Het wandeljack van
József Kiprich. “Kiprich speelde van 1989 tot 1995 voor Feyenoord. In die
periode speelde hij 128 wedstrijden en maakte hij 53 goals. Hij won vier
nationale bekers, de eerste editie van de Johan Cruijff Schaal, één
landskampioenschap en hij haalde de halve finale van de Europacup II 1991/92.”
Dat Kiprich – ik ben te jong om hem zelf nog te hebben zien voetballen – dus
meer deed bij Feyenoord dan puffend over het veld lopen, is mij nu wel
duidelijk. Toch mis ik meer informatie over het wandeljack van József Kiprich dat
midden in het museum hangt. Een prachtig item, in al z’n nutteloosheid geweldig
om zo’n nietszeggend jasje te zien hangen. Wat is erover te zeggen? Is er
misschien een memorabel moment waarop József het droeg of is er een fase in de
geschiedenis waar dit item naar verwijst? Het bordje zegt er niets over, maar
ach: het is zó lelijk paars, dat het gewoon weer mooi wordt.
5. De paardenstaart van John de Wolf. Naast zijn wedstrijdshirt, gedragen tijdens PSV-Feyenoord in 1994, ligt in het museum nóg een item dat John de Wolf ooit toebehoorde. Ik vind het een beetje vies, maar de paardenstaart van John de Wolf trekt absoluut de aandacht omdat het zo’n afwijkend item is ten opzichte van de rest van de collectie. Ik doe navraag bij de suppoost van het museum, want wat moet je hiermee als museum? Dan blijkt dat De Wolf de paardenstaart eerst jarenlang zelf op zolder heeft bewaard, om die op een gegeven moment alsnog weg te gooien. De prullenbak in. Toen dit medewerkers van Feyenoord ter ore kwam, hebben ze De Wolf gevraagd of hij de paardenstaart niet aan het museum wilde doneren. De Wolf is het item vervolgens persoonlijk komen afgeven bij het museum, waardoor zijn lange manen tot in de eeuwigheid voor het nageslacht bewaard zullen blijven.
Gaat dat zien, mensen!
Het museum is normaal gesproken alleen kort te bezoeken als onderdeel van een rondleiding door het stadion. Toch zijn er soms momenten dat je het museum kunt bezoeken zonder zo’n stadiontour. Bij mij was dat nu het geval, omdat er een Museumweek aan de gang was. Ik ben maar wat blij dat ik gegaan ben, want het is allemaal hartstikke leuk om te zien. Je kan lekker verdwalen in de geschiedenis met al die feitjes, foto’s, bekers en andere voorwerpen met een verhaal. Een bezoek aan het Feyenoord Museum is een absolute aanrader!