Tekst: Marinus de Bokx, Foto: Edwin Verheul-FSV De Feijenoorder
De laatste weken van het jaar worden in de media traditiegetrouw afgesloten met allerlei jaaroverzichten. Als Feyenoorders kunnen we in dat kader terugkijken op een bijzonder jaar, een magisch jaar, een jaar waar 18 jaar 19 dagen en 41 seconden naar werd uitgekeken, wat zeg ik, naar werd gesmacht. Nu, 7 maanden later, lijkt het soms net of het niet echt gebeurd is. Eerste goal van Kuijt, die maakte je eigenlijk nauwelijks bewust mee. Tweede goal van Kuijt, de Kuip schudde op z’n grondvesten. Je wist het bijna zeker maar toch twijfelde je nog, zoals je dat het hele seizoen al had gedaan. De derde, pas toen wist je het zeker. Opluchting, vreugde, high fives, de kartonnen schalen werden uitgedeeld, het was binnen, het was gedaan, die ene tegengoal deed er totaal niet meer toe.
De stad stond op z’n kop toen je naar huis fietste en stond dat nog steeds toen je de volgende dag via het Hofplein naar het Centraal station liep om de trein naar het werk te pakken. Het megadoek hing er al een week maar om 6 uur ’s ochtends met feestgedruis op de achtergrond vervulde het je met extra trots. Dat doek, die geweldige sfeeracties gedurende het seizoen, ze hebben er zeker toe bijgedragen dat we kampioen werden. In ieder geval hebben ze een lied uit de vergetelheid gehaald, een lied dat nu vrijwel iedere wedstrijd weer vol overtuiging wordt gezongen ook al loopt het seizoen tot nu toe niet zoals verwacht.
Zijn er buiten die ene gedenkwaardige dag in mei dan niet nog meer dingen gebeurd? Natuurlijk, het klaarblijkelijk in een overwinningsroes genomen besluit groen licht te geven voor Feyenoord City, het vertrek van onze helden Elia, Karsdorp, Kongolo en Kuijt, het winnen van de Johan Cruijff Schaal, het goede begin van het seizoen, de vele blessures, de vele wisselingen in opstelling, de desastreus verlopen Champions League, gedoe over van Bronckhorst, gedoe over fakkels en vlaggen, maar ook het begin van de wederopstanding door de winst tegen Napoli in een ouderwets kolkende Kuip, de hoofdrol van Kramer in kroketgate… er is altijd wel wat. Een ding is zeker, na de winterstop moet de beuk erin. Want aan ons is de glorie, ’t dal is voorbij.