Toen ik mij aanmeldde voor de informatieavond van Feyenoord City in het Maasgebouw, wist ik niet dat ik op het punt stond mij in een levensgevaarlijke situatie te begeven. Dit besef kwam pas later, toen ik Feyenoord-directeur Jan de Jong in het NOS Sportjournaal hoorde zeggen: “Als je de gebouwen ziet waar wij zitten, het valt nog net niet in elkaar”. Dat was even schrikken. De dreigende instorting van het Maasgebouw, daar had ik nog niet bij stilgestaan.
Ik besloot toch te gaan. Bij binnenkomst in het Maasgebouw wees niets op een naderende instorting. Ik werd ontvangen met koffie en iedereen leek opgewerkt en zorgeloos. Ik had hoge verwachtingen van deze avond. Vanavond gingen de experts van Feyenoord City mij eindelijk antwoorden geven op brandende vragen.
Ik mocht deelnemen aan twee ronde tafels. Ik koos voor ‘Mobiliteit’ en ‘MER’ (Milieu Effect Rapportage). Aan de tafel ‘Mobiliteit’ trapten twee meneren af met een schets van verkeersproblemen rond De Kuip als Feyenoord thuis speelt. Ik vroeg beleefd waarom is gekozen is voor de bouw van een stadion met 40% meer capaciteit op een locatie die veel slechter is te ontsluiten dan de huidige. “Die nieuwe locatie is toch veel ongunstiger dan de huidige?”, vroeg ik.
“Wij hebben de locatie niet gekozen”, luidde het weinig overtuigende antwoord van de mobiliteitsmeneer.
“Als u de locatie had mogen kiezen, was u dan ook hier uitgekomen?”, vroeg ik.
“Nee”, zei de mobiliteitsmeneer kort en krachtig.
Hoewel dit antwoord aan duidelijkheid niets te wensen overliet, vergrootte het de verwarring. De gekozen locatie is volgens experts dus niet de beste en de draconische mobiliteitsmaatregelen die hiervan het gevolg zijn, zullen veel supporters hard raken.
Aan de tafel ‘MER’ werd de verwarring nog groter. De mer-mevrouw van Feyenoord City maakte een onzekere indruk. Bij elk antwoord dat zij gaf, keek zij naar de langharige meneer van Gemeente Rotterdam, schuin naast haar, alsof zij bij hem wilde checken of zij niks verkeerd zei. Waarna hij het stokje steeds overnam. Ik werd afgeleid door zijn vette bril en wilde hem mijn zakdoek aanreiken. Dat deed ik niet, uit angst dat hij erin zou snuiten.
Op mijn vraag waarom Gemeente Rotterdam weigert gevolg te geven aan het advies van de onafhankelijke commissie MER, om de milieuvoor- en nadelen van nieuwbouw te vergelijken met die van renovatie van De Kuip, kreeg ik een vaag antwoord. Het advies van de commissie MER is niet genegeerd, maar anders geïnterpreteerd of zoiets. En er wordt gewerkt aan een aanvullend hoofdstuk waarin wordt gemotiveerd op welke milieu-aspecten is gekozen voor nieuwbouw en niet voor renovatie. “Die twee opties zijn toch helemaal niet met elkaar vergeleken?”, vroeg ik. Nee, dat niet, maar toch ook weer wel. Ik was in verwarring. Het verhaal van de gemeentemeneer was voor mij nog ondoorzichtiger dan zijn bril.
Na afloop was er bier en er waren bitterballen. Iedereen van Feyenoord City keek blij en tevreden. En opgelucht dat de avond erop zat. De dame van de mer-tafel kwam nog even naar me toe: “De plaatjes van het nieuwe stadion die in het AD stonden, vond je die echt niet mooi?”.
Ik keek haar aan om mij ervan te verzekeren dat zij geen grap maakte.
“Meen je dit serieus?”, vroeg ik haar.
Zij: “Ja”.
Ik: “Daar was ik al bang voor. Nou, OK. Nee, ik vind het echt niet mooi. Afschuwelijk zelfs.”
Zij, verbaasd: “Oh.”
Ook deelnemers aan de tafels ‘Financiering’, ‘Masterplan’, ‘Omgeving’ en ‘Stadionontwerp’ bleven na afloop in verwarring achter, vertelden zij mij. Zij vertrokken met meer vragen dan antwoorden. Feyenoord City is omgeven met zoveel onduidelijkheden en onzekerheden dat er inderdaad serieus instortingsgevaar dreigt. Niet voor De Kuip of het Maasgebouw, want die staan als een huis. Instortingsgevaar dreigt vooral voor Feyenoord.
Gelukkig was er ook goed nieuws. Alle aanwezigen hebben het Maasgebouw levend verlaten.
Column: Frans Reichardt