Totdat de Dood Ons Scheidt

0
2397

Tekst: Bob van Gilst
Beeld: Peter Paul Klapwijk

Overbodig

‘Ik heb je niet meer nodig, Steven.’ Ze zei het, koel en onbewogen, alsof hij niets waard is. Een jaar lang was hij met haar, met Watford. Met haar hoge hakken, haar prominente positie en haar weelde. Maar nu, één jaar later, was ze al op hem uitgekeken. ‘We passen niet bij elkaar, Steven. We zijn te verschillend.’ Echte waardering heeft hij nooit van haar gevoeld, los van haar betekenisloze centen, die voor haar weinig voorstellen. Geen aandacht, geen tijd, geen affectie. Het leven was weliswaar comfortabel, maar hij ondervond al snel dat daar geen geluk in schuilt. Nee, er was geen geluk daar. Ze wilde hem niet meer, maar dat gevoel was wederzijds. Steven wist dat hij haar moest verlaten, dat ze uit elkaar moesten gaan. Ja, ze zaten nog aan elkaar vast, maar er moest en zou een oplossing komen. De breuk was onvermijdelijk, hun wegen zouden zich scheiden.

Rotterdam

Met zijn ziel onder de arm keert hij terug naar de kant van de Noordzee die hem bekend was, berustend in zijn lot. Het was mislukt. Een mislukt avontuur, dat was het. Tonnen rijker, een illusie armer. Het verandert je, de ontnuchterende desillusie van een mislukt huwelijk. Gevuld met scepsis neemt Steven terneergeslagen plaats op een bankje, langs de Maas. De lucht is grijs, zo grijs als hij gewend was in Engeland. Maar dan, als hij eenmaal zit, verandert er iets. Zijn sombere ogen zijn gericht op het water, waar plotseling het licht van de zon op de vredige golven schittert. Er verschijnt een vrouw, daar in de verte. Naarmate ze dichterbij komt, groeit de glimlach op zijn gezicht. Ze heeft iets … iets unieks.

Geen Woorden maar Daden

‘Wat keek je droevig’, zei ze. Steven schrikt even van haar directheid, maar het intrigeert hem des te meer. ‘Haha, ja. Lastige tijd gehad.’ Luchtig, maar eerlijk. Tot zijn verbazing neemt ze naast hem plaats. ‘Ah, vervelend. Ik heb het ook weleens lastig, maar geen zorgen: Het wordt altijd weer beter.’ Zonder al te veel te zeggen, neemt ze zijn zorgen weg. Het zit niet in wat ze zegt, maar in wat ze doet. In stilte pakt ze zijn hand en blijft ze bij hem zitten. Feyenoord, heet ze. Feyenoord … Steven ziet haar elke dag en valt voor haar, hopeloos.

Voor- en Tegenspoed

Haar karakter laat zich symboliseren door haar thuis, dat precies is zoals zij. Innemend, je valt voor haar uitstraling. ‘Hier woon ik. Sommigen vinden het een beetje oud en vervallen, maar ik vind het prachtig. Ik zou nooit willen verhuizen.’ Ze is bijzonder, in al haar pracht en in al haar gebreken. Niemand is zoals zij, niemand. Als een vlaag van kleur in een zwart-wit film. Ze heeft de mooiste ziel, in de zuiverste vorm. De liefde bloeit op en samen vinden ze het geluk. Was liefde een prijs, dan wonnen Steven en Feyenoord alle titels en bekers. Beiden zijn ze succesvol, tevreden en gelukkig, maar helaas is geluk vergankelijk. Waar Steven blijft floreren, zwakt Feyenoord af. Ze raakt depressief, en Steven is haar houvast. Ze leunt op hem en het gewicht dat op zijn schouders rust, wordt zwaarder. Het deert hem ogenschijnlijk niet, hij blijft imponeren. Feyenoord vergt veel van hem, maar hij spreekt uit haar te willen brengen naar waar ze hoort, hij spreekt uit van haar te houden. Want dat verdient ze. Toch gaat het mis, als een andere vrouw interesse toont. Ze is welgesteld, populair en stabiel. Eigenschappen die hem verleiden. Door de achterdeur van haar prachtige thuis vertrekt hij. Hij kiest voor zichzelf, zo wordt gezegd. Hij kiest echter voornamelijk voor een ander.

Nooit Meer Zoals Toen

Feyenoord bood hem het geluk, het succes en de liefde. Ze was er voor hem toen het nodig was, maakte hem belangrijk en vergaf hem zijn stomme uitspattingen. De pieken waren hoog, de dalen waren diep. Die dalen zullen voor hem straks minder diep zijn, maar zo zoet als het succes met Feyenoord was, zal het nooit meer worden. Zo intens als het geluk bij Feyenoord was, zal het nooit meer worden. Zo diep als de liefde bij Feyenoord was, zal ze nooit meer worden. Als hij jaren later naar zijn met tranen bevlekte verleden kijkt, zal hij beseffen dat zijn hart voor niemand zo hard klopte als voor Feyenoord. Voor haar volle wenkbrauwen, haar hese stem, haar ontwapenende lach, haar ongeveinsde oprechtheid, haar natte T en haar ruwe randje.

Onvoorwaardelijk

Daar zit ze, op het bankje aan de Maas, waar plots een man achter haar staat. ‘Wat kijk je droevig’, zegt hij. ‘Ja, moeilijke tijd gehad’, antwoordt Feyenoord. ‘Het wordt altijd weer beter’, stelt de man haar gerust, als hij zijn hand in de hare legt. ‘Laten we zondag samen wat gaan doen’, zegt hij nadat haar tranen weggeveegd zijn. ‘Dat lijkt me fijn, wat is je nummer?’ vraagt Feyenoord. ‘Mijn nummer? Mijn nummer is 12.’ En hij bleef achter haar staan, altijd. Want liefde schuilt niet in voorspoed. Het schuilt in voor- en tegenspoed, in onvoorwaardelijke steun. In de wetenschap dat wat er ook gebeurt, je nooit zo van niemand zal houden als van haar. Totdat de dood ons scheidt.

Bovenstaand artikel is geplaatst in het supportersmagazine Hand in Hand. Leden van FSV De Feijenoorder ontvangen het magazine Hand in Hand automatisch. Ook Hand in Hand ontvangen? Klik hier en sluit je aan bij de officiële Feyenoord supportersvereniging.


-Advertentie- Word lid van FSV De Feijenoorder